Terug naar Duitsland
Het is mei, het weer klaart op, en de agenda op het werk geeft ruimte. In de afgelopen maand mooi wat spullen kunnen verzamelen, verf, gereedschap, enz. Bijrinus uit Harlingen blijkt hofleverancier te worden, vaak goeie aanbiedingen van overjarig/overtollig spul. Zo is dit project nog wel te doen. Tijd om weer naar Duitsland te rijden.
Het plan is om wat aan de romp te werken, stroom op de boot te krijgen, en dan eens kijken of de motoren ook werken. Ik verblijf deze keer in/op Zingst, een voormalig eiland, thans schiereiland, met ook een lange zeevarende geschiedenis. Tegenwoordig vooral een toeristische badplaats, wat in mei aardig op gang aan het komen is. Het lijkt een leuk plaatsje, veel zie ik er niet van helaas, want ja, de boot heeft aandacht nodig!
De romp
Deze week is het tijd om de romp aan te pakken. De romp is gelakt, en die wil ik weer blauw. Lak is me teveel werk. Helemaal kaal halen trouwens ook, dus ik ga er met een krabber omheen, en daarna schuur ik de lak die vastzit op. Niet het mooiste, maar ja, wil hier ook niet te lang staan. Het gaat aardig vlot, en de romp staat dan ook al snel in de primer.
Det onderwaterschip is nooit afgespoten. Het kan alsnog, maar oppakken, verplaatsen en weer terugzetten, dat kost me mijn zakgeld. Dan zelf maar schrapen. Met een bouwzeil er onder, en een geventileerd masker op, vliegen de pokken er af. Muziekje er bij, best te doen. Niks wat ik aanraak is zacht, dus dat gaat nog steeds goed. In het verleden zijn de naden eens gevuld met iets. Dat hoort niet met deze bouwmethode. Ik ga ze niet allemaal uithalen en dan maar hopen dat ze dichttrekken, dus ik moet wat verzinnen voor de naden waar de vulling uitgevallen is. Een oplossing dient zich aan in de vorm van stopverf. Lijnolie gevuld met krijt. Hard eigenlijk amper door, dus dan heeft het hout genoeg tijd en ruimte om weer uit te zetten, als het dat wil.
Ik doe nog een thermografisch onderzoekje, en kan niks vinden, zover ik met dat apparaat kan omgaan.
Wat wel tegenvalt is zijn de dieseltanks. Die zijn in het verleden (jaren 70 waarschijnlijk) zo gemaakt dat de oude luchtkasten gebruikt zijn. Het jammere daarvan is, die zitten tegen de huid aan. En die houten huid, hoewel van teak en vrij stabiel, krimpt toch een beetje. Op de naden is een waas van diesel aan het doorschijnen. Maar eens kijken wat ik daar tegen kan doen...
Met een aantal verlengkabels weet ik walstroom op de boot te krijgen. De koelkast doet het! Koud bier! En ook de kookplaat, ik kan volgende keer aan boord verblijven. Ik weet ook het 24volt systeem onder spanning te krijgen. Een meevaller zijn de accus, ik check het vloeistofnivo en zet de lader aan. Die kunnen nog wel even lijkt het. Veel aan boord lijkt het gewoon te doen, inclusief de verouderde navigatie apparatuur, en ook het stuurwerk weet ik weer aan de gang te krijgen. Ik krijg ook stroom op de paneeltjes van de motoren...
De motoren
Ik trek de impellers uit de motoren. Die moeten toch vernieuwd, en zonder koelwater kunnen ze wel even draaien. De impellers kunnen daar niet zo lekker tegen dus die er uit. Maar eens kijken of ze rond gaan op de startmotor. Hier hangt toch wel het hele project op. Ik zet stroom op het paneel van stuurboord. Oliedruk alarmpje piept, dat gaat goed. Ik druk de startknop in. Shit, shit shit! Dat ding begint gelijk te lopen! Nooit gekeken waar de stopknop zit natuurlijk, dus ik spring naar beneden en druk de brandstofpomp dicht. Ik veeg het zweet van mn voorhoofd, kijk waar de stopknop zit, en start nog eens. Loopt prima, eigenlijk! Na een seconde of 20 stop ik de motor weer. Ik weet genoeg. Nu bakboord. Draaien, draaien, draaien, maar starten , ho maar...
Ik vermoed dat die geen brandstof krijgt, heeft al lang stilgestaan denk ik. Me maar eens even vermaken met wat gereedschap in de machinekamer. Ik draai de brandstofleidingen los op de verstuivers. Verstuivers zelf zitten onder het kleppendeksel, maar een handleiding lezen doe je pas bij problemen, dus ik loop wat te prutsen en zie niks. Dan maar op de brandstofpomp lospakken. Effe tornen op de startmotor, en ik zie brandstof verschijnen. Alles weer vast, nog ff tornen, en met mijn gepruts weet ik toch alle lucht er uit te krijgen. Dat weet ik, want daarna start ook bakboord gelijk. Ik pak een koud biertje om het te vieren. Later blijkt stuurboord ondaks het gelijk starten toch wel een zorgenkindje.
De vrijdag vul ik met nog wat schrapen en primeren, en dan is het tijd om de boot weer dood te maken en af te sluiten. Boodschappenlijstje maken, auto weer inpakken, en dan nog 6 uur met een blij hoofd in de auto zitten.