Alle motoren hebben een kritisch minimum toerental, waaronder de dynamische balancering niet meer werkt.
Onder dat toerental is de zaak stabiel ( aanslingeren, startmotortoerental), het zg onderkritische gebied, en erboven ook, bovenkritisch. Verder zijn er in het bovenkritische gebied zg harmonischen bijbepaalde toerentallen, waarbij er een lichte trilling is; dat probeert de bouwer zo goed mogelijk te compenseren. Het opgegeven minimale toerental voor Stationair ligt net boven het kritisch toerental.
Maar dit lage toerengebied stelt ook hoge eisen aan het proces binnen de cilinder; kleine compressieverliezen ontstaan hier sneller, omdat de lektijd relatief lang is. Als dat verschilt per cilinder, zorgt dat voor extra bijdrage aan de instabiliteit.
Hetzelfde geldt voor de inspuiting; de hoeveelheden zijn hier minimaal. het onderlinge verschil tussen cilinders in procenten van maximum (vol vermogen) is zeer klein, maar die absolute waarde werkt bij kleinste debieden veel sterker door, wat ook kan bijdragen tot instabiliteit.
Controleer de juistheid van de toerenteller aanwijzing! ( bij W types: V-snaarspanning controleren. Walstroom aanzetten, om de accuspanning omhoog te krijgen, zodat de dynamo minder vermogen vergt. Bij slip geeft hij lager aan!). Het beste is controle met een externe toetenteller.
Doe de Afkoppel test dmv na elkaar lossen van de Hd leiding van de verstuiver, en let op de effekten; die moeten steeds hetzelfde zijn per cilinder (slaat de motor af, verhoog dan het toerental zoveel als nodig).
Mvg, Eagle